Dag 55: Fraser Island

Vol enthousiasme worden we wakker, hopend op een groep Kangaroos om onze camper. Als we de gordijnen open doen is er echter geen kangaroo te zien, jammer! Al snel komen we erachter dat we wel ander ‘bezoek’ hebben gehad. Van boven tot onder zitten we beide he-le-maal onder de bulten van zandvliegen. Het jeukt als een malle! Nou ja goed insmeren en niet proberen te jeuken! Vandaag vertrekken we voor 2 dagen naar Fraser Island. Deze keer niet met onze Turken bus, die mag namelijk het eiland niet op, maar met een georganiseerde tour. Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld en zoals de naam al doet vermoeden bestaat het hele eiland uit zand, ook de wegen. Alleen met een 4x4 wagen kan je hier rijden. Om 08:00 worden we op de camping opgehaald en naar de ferry gebracht. De overtocht is slechts een klein uurtje en bij vertrek springen er een aantal dolfijnen uit het water. Ook zien we een moeder met een kleintje voorbij zwemmen. Op het eiland staat een 4x4 terreinwagen al op ons te wachten. 

We zijn vandaag de enige 2-dagen tour op het eiland. Daarnaast is er nog 1 dagtour dat op het eiland rond rijdt maar grotendeels hebben we de bezienswaardigheden dus voor onszelf. De eerste 100 meter die we rijden is een stukje geasfalteerde weg, daarna beginnen de ‘echte’ wegen. Zand, zand en nog eens zand met flinke kuilen en heuvels. Het is maar goed dat er een gordel in deze bus zit en dat we die ook echt om moeten. Door het tropische regenwoud rijden we naar onze eerste stop, Lake McKenzie. Een meer gevormd door niets anders dan regenwater. Het water is ontzettend blauw en het strand parelwit. Voor we naar het meer lopen worden we nog even gewaarschuwd, er leven namelijk ontzettend veel dingo’s hier op het eiland. Een dingo is een kruising tussen een wilde hond en een wolf. Ze hebben het vaak voorzien op het eten dat je bij je hebt. Ze kunnen nogal agressief reageren, zeker wanneer je alleen bent of bij kleine kinderen. Het advies is dan ook om geen eten mee te nemen en nooit alleen te lopen. We stoppen ongeveer een uurtje bij Lake McKenzie en hebben de tijd aan onszelf. We zwemmen wat en lopen het strand op en neer.

We vervolgen onze weg naar Central Station, dit was ooit het centrum van de bosbouwindustrie toen er op Fraser Island werd gekapt. Tegenwoordig is dit verboden en wordt het eiland alleen door toeristen bezocht. We krijgen hier wat uitleg over het regenwoud, de vroegere bosbouwindustrie en de verschillende flora en fauna in dit gebied.

Inmiddels is het alweer lunchtijd en rijden we naar onze accommodatie voor een lunchbuffet. Na de lunch vertrekken we naar een andere bezienswaardigheid op het eiland, Lake Wabby. Om hier te komen moeten we zo’n 2,5km door het regenwoud lopen. Bij aankomst zien we de enorme zandduinen, zover als je kan kijken is het zand. Aan de rand met het regenwoud is een zoetwater meer, ook deze is gevormd door regenwater. Door zijn bosrijke omgeving is dit meer niet zo helder blauw als Lake McKenzie maar eerder groen gekleurd. Ook hier hebben we een uurtje vrij te besteden.

Aan het einde van de middag rijden we via 75 Mile Beach terug naar het hotel. 75 Mile Beach, zo genoemd omdat het 75 mijl lang is, is niet alleen een mooi stuk kustlijn, maar fungeert ook als een snelweg voor auto's en een landingsbaan voor vliegtuigen die op Fraser Island landen. Bij het hotel aangekomen staat het dinerbuffet alweer klaar. ‘S avonds hebben we het nog gezellig met 2 Nederlandse meiden uit onze groep. Leuk om elkaars verhalen en tips te horen over hetgeen dag zij al gezien hebben. Morgen gaan we opnieuw een deel van het eiland bekijken, misschien hebben we dan meer geluk en spotten we wel een dingo.